De Godfather onder Amerikaanse boksfilms.
Robert Chartoff en Irwin Winkler, The Fonzie – voor wie nog de jaren zeventig en tachtig meemaakte, zijn producent van deze biopic. Robert De Niro en Joe Pesci spelen de hoofdrollen en Martin Scorsese nam de regie in handen. Scorsese nam een enorm risico om het verhaal van een zelfdestructieve bokslegende te gaan verfilmen, na de flop van New York, New York (1977), maar trok er zichzelf wel mee uit het slop trok.
Het is gebaseerd op de autobiografie van bokslegende Jake La Motta, die net als Scorsese opgroeide vanuit Italiaanse migranten in New York. Scorsese en Paul Schrader (scenarist Taxi Driver) hebben het scenario geschreven en samen met Paul Chapman als cinematograaf wist je dat het ballen zou krijgen.
Visuele uppercut

Raging Bull is volledig in Zwart-wit gefilmd, in grote harde contrasten en voelt aan zoals de sociale drama’s in naturalistische acteerstijl van Elia Kazan uit de jaren vijftig, waar op een gegeven moment ook letterlijk uit geciteerd wordt door Jake La Motta (cf. On The waterfront, Brando en zijn broer in gesprek in de wagen).
De beelden zijn close gefilmd tijdens de gevechten en de conflicten thuis, om dan weer naar een observerend standpunt over te gaan waar ze aan de keukentafel praten alsof er niets aan de hand is. In de boksscènes wordt je als kijker meegezogen doordat de camera letterlijk op de huid gaat zit, met slow motion beelden en dito geluiden wanneer de regisseur de klemtoon legt op de ingehouden woede van de Raging Bull, Jake La Motta. Iets wat je toen nog niet gezien had in boksfilms.
Jake (Robert De Niro) heeft namelijk een opvliegend karakter in en buiten de ring, met een stalen koppigheid. De enige die hem lange tijd kan dulden is zijn manager en broer, Joey (Joe Pesci), tot hij te ver gaat. Zo trouwt hij twee keer, maar jaagt telkens vriend en vijand weg door zijn gewelddadig karakter en ziekelijke jaloezie.

Het is duidelijk een boksfilm met een psychologisch realistisch randje. Maar niet zoals in een Rocky-film, waar alles draait om één conflict dat beslecht wordt in de ring, waarbij hij het probeert goed te maken met zijn vrouw. Neen, het is een biografische film, met alle straffe en lelijke kantjes van La Motta.
Midden in de film zien we hoe hij verder carrière maakt met een reeks ongeslagen gevechten. Dit vertelt Scorsese aan de hand van fotoframes, parallel met (gekleurde) super-8 beelden waarin La Motta met zijn tweede vrouw trouwt. Zijn betere jaren. De nadruk blijft wel liggen op deze bokslegende die meer te duchten heeft van zijn innerlijke demonen.
Rauw realisme
De dialogen zijn zo van de straat geplukt, vrouwonvriendelijk, rauw en realistisch. Het acteren is buitenaards goed, zowel van Pesci, de nevenpersonages als van De Niro: hij is hem gewoon! Hij kwam zelfs 27 kilo’s bij om zo de oudere La Motta te spelen. Als een brok agressie die geen toegiften doet, wat hij uiteindelijk ook zal bekopen. Deze biopic is een keihard drama, waarnaast Rocky het lieve oompje is. Rauw als een biefstuk op een kapotgeslagen oogkas en zeer goed gemaakt. Een klassieker.
Nu ook in 4K gerestaureerd!