Tropische temperaturen. Wat doe je dan, ergens op een zolderkamer een film gaan kijken?!
Airco is er gelukkig dankzij de ventilator voor me en een paar flessen koele wijn uit de plantage van een zekere Coppola.

Ik mocht als eerste een gerestaureerde versie bekijken van een acetaatprint met Nederlandse ondertitels van “Strangers on a Train”, een Hitchcock. Een beetje nerdy snobisme mag toch wel even? Het geheel vertroebelt misschien wel een beetje mijn oordeel. Maar toch, wat goed is blijft overeind staan met of zonder franjes en liters alcohol. Het is de eerste langspeler die het GDI heeft laten restaureren. De print zag er alvast goed uit, vele grijstinten en de close ups spatten van het scherm. Enkel is er na de eerste akte een significant stuk dat ontbreekt, wat te zien was aan de plotse jump cut in het verhaal. Zelfs filmpellicule kan al eens last hebben van zekere vormen van geheugenverlies, het weze hem vergeven.

De trein en de vreemde
Ook al is deze film uit 1951 en dus een oude film in zwart-wit, voor de jonge lezers, toch is dit zeker de moeite waard om te bekijken op een avond wanneer een door een gemeen virus geforceerde social distancing (augustus 2020, golf twee) aan je gemoed vreet. Een horror verhaal.
Ook dit kruipt in je kleren, voor even gelukkig. Het is een verfilming van een roman van Patricia Highsmith, haar eerste en meteen verfilmd door de grootmeester van de suspense zelf. Later werden wel meer romans van haar verfilmd zoals “The Talented mister Ripley” en recent nog “Carol”.
Het plot ontwikkelt zich meteen, wanneer een vreemdeling een bekende tennisser aanspreekt op de trein en hem vertelt hoe je de perfecte moord kan plegen als je een moord uitwisselt: “Jij vermoordt iemand die ik kwijt wil en ik vermoord iemand die jij uit de weg wil, motieven? Zijn er niet, want we zijn complete vreemden, niemand die een verband vindt tussen ons.”
Guy, de tennisspeler zit opgescheept met een ex die hem manipuleert en een mooie toekomst met zijn nieuwe vriendin, dochter van een senator, wel eens grondig kan dwarsbomen. De man, Bruno, die het aanbod doet wil van zijn vader af. Guy gaat er eerst niet op in, maar als de trein stopt en de man blijft aandringen doet hij alsof het een interessant idee is om er vanaf te zijn. Vanaf dan gaan de poppen aan het dansen, de man blijkt een echte maniak te zijn. Maniak was trouwens de Nederlandse titel van de film in die tijd.

Tijdloze thriller
Net als enkele andere klassiekers van Hitchcock (North by Nortwest, Psycho, Vertigo, …) hoort deze mee in het rijtje van de toppers wat mij betreft. Hij vertelt al meteen vanaf het eerste shots: de camera volgt een paar schoenen in het station, twee heel verschillende schoenen, ze stappen op de trein in de wagon, het ene paar raakt het andere, een gesprek start. Puur filmschool materiaal.
De film verveelt ook inhoudelijk niet en dat is mede door het intrigerende opzet van het verhaal, de opbouw van de spanning en het personage Bruno: zoals Bruno die een tennismatch komt bijwonen en de enige in het publiek is die de bal niet volgt maar zich fixeert op Guy, knap gefilmd in een totaalshot. Hij blijft zich opdringen op speelse, charmante en dreigende manier in het leven van Guy. De manier waarop Robert Walker, een te jong gestorven acteur (33 jaar), dit doet zorgt er mee voor dat je wil weten hoe Bruno uiteindelijk lik op stuk zal krijgen, of niet? Hij bleef fascineren en als dat dan nog eens in een knappe regie verpakt is en door mooie bijrollen, zoals die van Patricia Hitchcock, worden ingevuld houdt het je heel de tijd in het verhaal. Enkel op het einde gaat het allemaal wel heel snel en wordt het plots afgehandeld, dankzij een “prop” . Zo snel een clean sheet na al die verdenkingen, dat lijkt me enkel te kunnen in een film. 😉
Een eervolle vermelding gaat trouwens naar het goede camerawerk (eerste samenwerking van Hitchcock met Robert Burks) en de mooie zwart-wit belichting. Burks maakt gebruik van schuine kadrages op spannende momenten en zorgt voor enkele knappe shots: zoals het beeld waar je in de verte Bruno ziet wachten aan het Capitool in Washington D.C., de moord in het pretpark (via brilglazen), het gevecht op de paardenmolen, close ups die netjes belicht de smachtende blikken van de actrices vastleggen, duistere scènes in het huis van Bruno, …
oerdegelijke fotografie.

Toen het programma gedaan was, was het al na elven en dus tijd om wat af te koelen buiten. Het geheel was me een genoegen: een film waarin een trein een belangrijke rol speelt, ja dat is mijn ding, en als dan nog eens de film werd ingeleid door een oude Popeye animatiefilm “Popeye Makes a movie” – die naast Batman voor mij de enige echte superheld is – tja dan ben ik een gelukkig man.