Voor het eerst waag ik me een serie te reviewen.
De eerste serie (seizoen 1) die ik volledig uitkeek op Netflix sinds we een smart TV hebben. En wat een serie! Ik was het een beetje beu die series en films met gruwel die jongeren overkomen, waardoor ze zelf ook gruwelijke dingen gaan doen.
Maar dit is anders.
Een guitig stelletje tienerjongens die opgroeien in een echte jaren 80 wereld (voor mij herkenbaar dus) stellen vriendschap hoog in het vaandel. Ze komen erachter dat hun verdwenen vriend, Will, nog leeft wanneer een kortgeschoren meisje van hun leeftijd opduikt en over wel hele speciale gaven beschikt. Ze stellen hun eigen onderzoek in. Alles houdt verband met een overheidsinstelling in de buurt waar wel heel duistere experimenten aan de gang zijn.
De heerlijke muziek, soundscapes met typische Carpentiaanse synthesizer muziek, een mixtape met het nummer van de Clash ‘Should I stay or should I go’ en een ijverige politieagent leiden zowel de jongeren als de moeder en de broer van de verdwenen jongen naar de oorsprong van het gebeuren.
Muzikale tijdreis
De betere jaren 80 muziek komt aan bod net zoals de visuele sfeer van een Spielberg avonturenfilm.
De personages en angsten worden netjes opgebouwd zoals in een Stephen King verhaal (en verfilmingen ervan door John Carpenter) en samen met de hypnotiserende klanken maakt het dit helemaal af. Alles zit erin om een instant klassieker te worden. De serie werd gecreëerd door de Duffer Brothers, nog jonge en tot voor kort nobele onbekenden die alles zelf opstartten; productie, schrijven en filmen. Zij waren duidelijk in hun jeugd geïnspireerd door films zoals The Goonies, Poltergeist, ET, Stand by me, Aliens en verwijzen vaak expliciet naar de films (zowel in de scènes als in de cadrage).
Lelijk en mooi
De beeldvoering is klassiek, maar de decors waarin sommige scènes zich afspelen zijn beklemmend en samen met de belichting doen ze denken aan oude expressionistische films. Het verhaal bulk van de fantasie en de personages acteren de sterren van het dak. De jongeren zien er allemaal ongewoon uit, grote ogen, scherpe gelaatstrekken, zoals de jonge Mike (geacteerd door Finn Wolfhard) en het kaalgeschoren meisje Eleven (door Millie Bobby Brown). Maar ook de volwassenen zijn echt, geen popsterren, geen idolen, gewoon uitziende mensen in slechte jaren 80 outfits en kapsels. Lelijk en tegelijk mooi.
Net zoals Winona Ryder, die eindelijke een waardige comeback maakt en wat mij betreft haar plaats in de sterrenhemel terug heeft gevonden. Zij speelt de moeder van de verdwenen Will die tot het uiterste zal gaan om hem terug te vinden.
Het is geen kinderreeks ook al spelen er jongeren in mee. Neen het is een volwassen monsterverhaal waarin de wereld door een frankensteinachtige man (creepy gebracht door Matthew Modine) je de stuipen op het lijf jaagt. Een aanrader voor zij die de jaren tachtig nog meemaakten als tiener en voor zij die ze nog moeten ontdekken. Uit nostalgie? Neen, omdat het gewoon goed gemaakt is.
Tot slot nog dit. Een dialoog tussen de ubercoole politieman (David Harbour) en een pestkopje die te maken kreeg met de krachten van het mysterieuze meisje.
Troy: “She can do things.”
Police officer: “What kind of things?”
Troy: “like… make you fly…
and piss yourself…”
Police officer 2: “What?!”
2 gedachten over “Stranger Things”
Reacties zijn gesloten.